Wat is de betekenis van wentelteefje?

wentelteefje - Zelfstandignaamwoord 1. boterham geweekt in melk en eieren en daarna gebakken die men meestal bij het ontbijt eet ♢ Een wentelteefje, een glas versgeperst sinaasappelsap en een zachtgekookt eitje is mijn lievelings ontbijt. 2. troetelnaampje voor vrouwen ...

Een gebakken nagerecht van sneetjes wit- of bruinbrood. Na het gebakken te zijn worden ze bestrooid met suiker en kaneel.

s.n., bret hâns-, hounsfotsje (it), gau-en-swiet (it).

o. (-s), zeker licht gebak, een snede wittebrood of beschuit, in melk en eieren gedoopt, met kaneel en suiker bestrooid en dan even in de pan met boter gebakken.

o. wentelteefjes (sneetje wittebrood of beschuitbol in melk met eieren gewenteld en in boter gebakken of geroost; gewonnen [z. ald.] brood), ook, b o e r e n w a f e l.

(’wentəl) o. (-s) [wentelteventjes] snede wittebrood of beschuit in melk met eieren gedoopt, even in de pan met boter gewenteld en met suiker bestrooid. Syn. boerenwafel.

eerst in ’t mv. Wentelteefjes, -ies, gebakjes, stukjes brood of beschuit in melk en ei gewenteld en aan weerszijden gebakken ; uit Wentelt-eventjes, of Wentelt-eefies, zooals roerom voor een gebak o.a. van koekdeeg, in kokend water of melk omgeroerd in allen gevallen door omroeren verkregen. Naast wentelteefjes ook wenteleventjes. Verg. het...

o. (-s), Ned. gerecht van een in een mengsel van ei, melk, vanillesuiker of kaneel geweekte, oude boterham, die daarna in de koekepan gebakken wordt en vervolgens wordt opgediend nadat ze is bestrooid met suiker en kaneel.