Wat is de betekenis van wel?

2023-11-30
WhatsApp woordenboek

redactie Ensie (2023)

WEL

Welcome

2023-11-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

wel

wel - Bijwoord 1. een ontkenning ontkennend Ik denk dat hij het wél gedaan heeft. 2. een ontkenning bevestigend (met nauwelijks) Ik heb veel haar op mijn benen en armen, wel nauwelijks zichtbaar omdat ik heel licht ben. 3. een toegeving makend...

Direct alle resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-11-30
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

wel

wel - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord 1. in orde, gezond ♢ zij voelt zich vandaag niet wel 1. laten we wel wezen [laten we eerlijk wezen] 2. het wel en wee ...

2023-11-30
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

wel

(zn) wals, om grond plat te rollen BM, LC.

2023-11-30
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

wel

- wel integendeel!, integendeel!

2023-11-30
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Wel

en - hierom, een onder jongeren veel gebruikt cliché dat populair werd gemaakt door Koot en Bie. Terence Trent d’Arby is de nieuwe Terence Trent d’Arby, laat daar geen twijfel over bestaan. Al van bij de aanvang kon het niet kapot en wel hierom... [gevolgd door lange uitleg] (Humo, 10/12/87) Bram Peper is boos en wel hierom: vorig jaar bezorgde de...

2023-11-30
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

wel

Gaat zeer vaak vooraf aan vloeken en verwensingen: wel verdraaid!, wel verdomme!, wel verdikkeme! enz. Het vormt zelf een onderdeel van de verbinding en drukt verwondering enz. uit.

2023-11-30
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

wel

wel - De meestal halfronde, overhangende randen van aantreden.

2023-11-30
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

wel

1. Als bijw. van wijze: goed, voortreffelijk; - ook als waardering bij huiswerk e.d.; - iets wel ontvangen e.d., iets in goede orde ontvangen; - nu zijn we wel, nu zijn we goed af. In de marge, daar waar gezegd werd dat het hard rijden met paarden niet te doen was, had iemand: „zeer wel” genoteerd, en naderhand gebrekkig u...

2023-11-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Wel

1. s., boarne, wel(le), ier, saed. 2. s.n., wol (it). 3. adj. & adv., wol, goed; niet — bij het hoofd, net goed mei de holle, net alto-alto, net al to tige; zich heel — gevoelen, op jins dré, dreef wêze; — zo goed, al, wol, tige sa goed; het is wèl waar, it i...

2023-11-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wel

I. v. wellen, welletje (bron, de plaats van opborrelend water). II. 1 bn., bw.; beter, best (goed, naar behoren): hij is niet wel, lekker; niet wel bij ’t hoofd, niet goed wijs; alles wel aan boord; als ik ’t wel heb, mij niet bedrieg; als bijw. heeft het zeer verschillende betekenissen en komt inz. als bw. van modaliteit voor: 1 zeer:...

2023-11-30
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Wel

of bron is de plaats, waar water uit diepgelegen lagen, dat door de aanwezigheid van bovenliggende ondoorlaatbare lagen onder druk (artesische druk) verkeert, door een opening in de ondoorlaatbare lagen tot de terreinhoogte opstijgt. Men kan ook kunstmatig een w. vormen door in de ondoorlaatbare laag een gat te boren (welboren) en in het aldus gevo...

2023-11-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wel

v. (-len; -letje) I. plaats waar water beneden de oppervlakte der aarde uit de grond springt : in de mijn stootte men op een -. Syn. bron. II. deel van een orgel dat de toets met de klep van een pijp verbindt. III. I. bn. en bw. (beter, best) [~ willen] 1. naar behoren, goed : God heeft alles gemaakt; die doet, ontmoet Gez. doe - en zie niet...

2023-11-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Wel

Het begrip wel heeft 5 verschillende betekenissen: 1. wel - WEL, v. (-len), (org.) deel dat den toets met de klep eener pijp verbindt; — (timm.) deel eener traptrede dat over het daaronder staande stootbord heenloopt. 2. wel - WEL, v. (-len), bron, plaats waar water uit den grond opkomt; — gewone waterstand onder den grond. WELLETJE,...

2023-11-30
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Wel

zie Bron.

2023-11-30
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Wel

Wel (Eene) is de naam van het opborrelend water, dat bij het graven van een put te voorschijn komt. Gewoonlijk vindt men in ons Vaderland zulk eene wel onder het zand in de leem lagen van den ondergrond, en het welwater bereikt dan in den put gewoonlijk de hoogte van het nabijgelegen kanaal- of rivierwater. Men grave alzoo een put bij lagen waterst...

2023-11-30
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Wel

Wel, v. (B.m.), (-len), bron, plaats waar water uit den grond opkomt; kolk (der zee). *-, bijw. goed in orde; gezond; zoo als het behoort, waarop niets te zeggen valt, waaraan niets ontbreekt; vrij -, tamelijk, redelijk; indien ik het - heb, als ik mij niet bedrieg; niet - zijn, ongesteld -, onpasselijk zijn; het - hebben, bemiddeld zijn; het niet...

2023-11-30
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Wel

b.n. - Goed, in orde, gezond. Alles wel aan boord.

2023-11-30
Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

WEL

een Heerlijkheid en Dorp in Gelderland, in de Hommerlervraart, aan den Maasdijk, schuins tegen over den Schans Crevecoeur gelegen. Te gader met die van Amerzode, worden ’er de Hervormden door eenen zelfden Leeraar bediend. Bij het Dorp ligt een Slot of Kasteel, ‘t welk, in den aanvang van den Spaanschen Oorlo...

2023-11-30
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Wel

Bene, bellè, rectè, probè: & Valdè: & Satis. ger. vvol: angl. vvel.