Wat is de betekenis van weids?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

weids

weids - Bijvoeglijk naamwoord 1. ruim van uitzicht, luisterrijk, groots Dit was verreweg het weidste landschap dat we te zien kregen op deze reis. Zie ook wijds

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

weids

weids - bijvoeglijk naamwoord 1. groot, royaal ♢ we hebben een weids uitzicht Bijvoeglijk naamwoord: weids ... is weidser dan ... de/het weidse ... Synoniemen ruim Tegenstellingen bepe...

2024-03-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

weids

pragtig, luisterryk, groots.

Wil je toegang tot alle 7 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Weids

adj. & adv., útwreidich.