Wegedoorn
doornachtige plant
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
(Rhámnus cathártica). Doornige struik, die in Nederland vrij zeldzaam voorkomt in oude loofbossen en in meidoornstruwelen. In het Zeeuwse polderland ontbrekend. Plaatselijk in duinstruwelen op Schouwen en ook in de Grevelingen. Wordt weinig aangeplant.
Winkler Prins (1949)
(Rhamnus cathartica), heester met kleine groene bloemen, zwarte vruchten. Takjes eindigen in een doornpunt. Vrij zeldzaam in bosachtige streken en duinen. Vruchten enigszins vergiftig, vroeger gebruikt in de geneeskunde; leveren ook de verfstof sapgroen.
Jozef Verschueren (1930)
('we:gə) m. (–s) langs de wegen groeiende doornige struik, met zwartgroene bessen, waaruit het sapgroen wordt bereid (Rhamnus catharctica).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: