Wat is de betekenis van weerhaan?

weerhaan - Zelfstandignaamwoord 1. (meteorologie) windwijzer in de gedaante van een haan 2. iemand die met alle winden meewaait en voortdurend zijn standpunt wijzigt; een onstandvastig, wispelturig persoon; een huichelaar; een meeloper, een draaikont Synoniemen windhaan Verwante begrippen anemometer, piron, torenspits,...

weerhaan - zelfstandig naamwoord uitspraak: weer-haan 1. voorwerp in de vorm van een haan die op een toren de windrichting aangeeft ♢ aan de weerhaan kun je zien dat de wind uit het zuiden komt Zelfstandig naamwoord: weer-haan ...

iemand die voortdurend zijn standpunt wijzigt; onstandvastig, wispelturig persoon; huichelaar; meeloper. Deze metafoor vinden we al terug bij Wolff en Deken (Historie van Mejuffrouw Cornelia Wildschut, of de Gevolgen der Opvoeding, 1793-1796): ‘Zij is vadzig, en wild, bij vlaagen, en de weêrhaan is niet veranderlijker.’ Handelsbla...

Windvaan in de vorm van een haan, die soms op oude gebouwen en kerken te zien is. Zie ook: anemoscoop

weerhaan - Windwijzers in de vorm van een haan.

windwyser in vorm van haan; manteldraaier.

s., hoanne, hoantsje (it).

Draait met alle winden, en is nog verguld.

m. weerhanen (windwijzer in de vorm van een haan): fig. hij is een weerhaan, draait met alle winden; de weerhaan van de kans.