weergaloos
weergaloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder weerga ♢ Het was een weergaloos optreden dat de 70 jarige zangeres wist neer te zetten. Woordherkomst afgeleid van weerga met het achtervoegsel -loos Synoniemen ongeëvenaard, fenomenaal
Wiktionary (2019)
weergaloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder weerga ♢ Het was een weergaloos optreden dat de 70 jarige zangeres wist neer te zetten. Woordherkomst afgeleid van weerga met het achtervoegsel -loos Synoniemen ongeëvenaard, fenomenaal
Jozef Verschueren (1930)
('we:rga) bn. (...loze) en bw. zonder gelijke, onovertroffen, voorbeeldeloos: met ...loze moed; prachtig. Syn. gadeloos.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-loze), geen wedergade hebbend, zonder gelijke, voorbeeldeloos: hij is weergaloos vlug.
J.H. van Dale (1898)
WEERGALOOS - bn. bw. zonder gelijke, voorbeeldeloos : zijn weergalooze moed; hij is weergaloos knap, vlug.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: