Weeklagen
v., jammerje, tsjirmje, krimmenearje.
M. J. Koenen's (1937)
weeklaagde, h. geweeklaagd (treuren, jammeren): de vrouwen zaten te weeklagen bij het lijk; weeklagen over een catastrophe.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(weeklaagde, heeft geweeklaagd), zijn leed klagen, jammeren; ook: een naargeestig, klagend geluid geven of doen horen.
J.H. van Dale (1898)
WEEKLAGEN - (weeklaagde, heeft geweeklaagd), treuren, jammeren : hij doet niets dan weeklagen.
I.M. Calisch (1864)
Weeklagen, ow. gel. (ik weeklaagde, heb geweeklaagd), treuren, jammeren. *...KLAGT, (B. ...CHT), v. (-en).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: