wee
wee - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) pijnlijke samentrekking die het barensproces inleidt. ♢ De weeën zijn al begonnen. 2. jammerklacht, smart, verdriet ♢ Dat ging met veel ach en wee gepaard. wee - Bijvoeglijk naamwoord 1. onaang...
Wiktionary (2019)
wee - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) pijnlijke samentrekking die het barensproces inleidt. ♢ De weeën zijn al begonnen. 2. jammerklacht, smart, verdriet ♢ Dat ging met veel ach en wee gepaard. wee - Bijvoeglijk naamwoord 1. onaang...
Muiswerk Educatief (2017)
wee - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord 1. slap en misselijk ♢ ik ben wee van de honger 1. een weeë lucht [waar je misselijk van wordt] 1. pijnlijke samentrekking...
Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)
Het tussenwerpsel wee doet dienst als een onheil voorspellende, rampspoed of bestraffing aankondigende uitroep; als een uitroep waarmee een vervloeking over iets of iemand uitgesproken wordt; als een uitroep ook die dient ter verwensing, waarschuwing of dreiging. Wij treffen het vanouds vaak aan in de bijbel. “Wee v phariseen dat... gh...
Fa. A.J. Osinga (1952)
1. s.n., wé (it); (bij bevalling), fleach. 2. adj. & adv., wé, lask, lard(er)ich, flau.
M. J. Koenen's (1937)
1 o. weeën (ramp, onheil; smart, verdriet): de zeven weeën v. Maria; 2 bn. (flauw, naar; down): z. wee gevoelen van de honger; een weeë lucht; 3 tw.: wee je gebeente! wee mij; wee onzer!
Jozef Verschueren (1930)
(we:) I. tw. ach, helaas : mij, wat ben ik begonnen ! onzer ! → wolf. II. v. en o. (-en) alles wat doet weeklagen nl. 1. gevoel van smart: de zeven -ên van de H. Maagd. Syn. → pijn. 2. onheil, ramp. 3. kommer, verdriet. III. bn. flauw, naar : van de honger; een weeë lucht; dat weeë gevoel van misselijkheid.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: