Wat is de betekenis van Watergang?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

watergang

watergang - Zelfstandignaamwoord 1. natuurlijk of kunstmatig kanaal waarlangs water vervoerd kan worden Rivieren en beken zijn natuurlijke watergangen, en kanaal|kanalen, tochten, weteringen, vaarten, grachten, waterleidingen, openleidingen, gangen, wijken, prielen, geulen, waterloop|waterlopen, mond...

2024-04-19
Bodemrichtlijn begrippenlijst

Rijkswaterstaat (2017)

Watergang

Watergang is een lijnvormig object dat water voert.

2024-04-19
Natuur en Landschap

SVNL Ensie (2016)

Watergang

Een watergang is een samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, de bijbehorende bodem, oevers, en flora en fauna. Een watergang of waterloop is een – min of meer – lijnvormig watervoerend object met vrij wateroppervlak.

2024-04-19
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

WATERGANG

Waterloop t.b.v. de afwatering. Op Walcheren heten de hoofdwatergangen, waarin de → sprinken uitmonden, watergang; zij zijn grotendeels natuurlijke wateren en kregen de namen van dorpen of steden vanwaar ze kwamen of waarlangs ze liepen, bijv. Biggekerksche, Domburgsche, Vlissingsche Watergang.LITERATUUR Beekman, De wateren, 235. Sch&o...

2024-04-19
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

watergang

1. sloot; 2. gracht.

2024-04-19
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Watergang

Algemene naam voor waterlopen in polders, groter dan sloten en kleiner dan kanalen.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Watergang

v. (-en), 1. loop van water, opening of koker waar water door kan stromen : een uitwateringssluis met drie watergangen ; — sloot; 2. (zeew.) dikke plank aan weerszijden van het dek aangebracht, waartoe zij mede behoort.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

watergang

('wa:tər) m. (-en) 1. Eig. gang, loop van het water. 2. Metn. opening daarvoor : een sluis met drie -en.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Watergang

m. (-en), 1. afwateringssloot; 2. smalle gang tussen twee belendende huizen voor het opvangen van dakwater; 3. (scheepsbouw) dikke plank aan weerszijden van het scheepsdek en dienend voor de afvoer van regen-of buiswater.