Wat is de betekenis van warrig?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

warrig

warrig - Bijvoeglijk naamwoord 1. dat iemand niet meer helder kan denken zodat alles door elkaar loopt in zijn gedachten Hij vertelde me een warrig verhaal waar ik niets van kon begrijpen. Woordherkomst afleiding van war met het achtervoegsel -ig Synoniemen verward, chaoti...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

warrig

warrig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: war-rig 1. door en in elkaar, niet geordend ♢ achter mijn computer zit een warrige bos draden Bijvoeglijk naamwoord: war-rig ... is warriger dan ... ...

2024-04-25
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

warrig

Warrig is als de richting van de vezels van het hout (1) golvend of onregelmatig is; dit hout is moeilijk te bewerken, vooral bij het beeldhouwen.

2024-04-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Warrig

noemt men in de bosb. hout met een onregelmatig, grillig vezelverloop, hetgeen vooral optreedt bij takaanzettingen en bij de ontwikkeling van slapende ogen aan de stam of bij verwondingen. Hoewel warrigheid streng genomen een houtgebrek is, zijn dgl. stukken wegens hun fraaie tekening voor de meubelindustrie en voor draaiwerk vaak van bijzonder hog...

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Warrig

bn., 1. (gew.) onhandelbaar, koppig, twistziek : een warrige kerel; 2. (timm.) vol warren en kwasten : warrig hout.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Warrig

bn., 1. verward, in de war zijnd, eig. en fig.: een warrige massa draden; 2. vol warren en kwasten: warrig hout.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WARRIG

WARRIG - bn. (gew.) onhandelbaar, koppig, twistziek : een warrige kerel; — (timm.) vol warren en kwasten : warrig hout.