Wat is de betekenis van warrelen?

door elkaar of heen en weer bewegen. zich voortdurend en met een onregelmatige, veelal draaiende of kronkelende beweging voortbewegen; zich voortdurend en onregelmatig door elkaar of heen en weer bewegen. Vaak gevolgd door een voorzetselbepaling die de plaats of richting aanduidt van de beweging of voortbeweging van het genoemde. ...

warrelen - Werkwoord 1. (inerg) zich door elkaar bewegen ♢ Een stofwolk warrelt omhoog; Woordherkomst (freqtt) warren met het achtervoegsel -el

v., war(re)lje, wur(re)lje, grim(m)elje, wrimelje.

(warrelde, heeft gewarreld), zich voortdurend door elkaar en heen en weder bewegen, gezegd van een grote hoeveelheid gelijksoortige zaken : warrelende vlokken; alles warrelt mij voor de ogen ; door elkaar warrelende kinderen.

warrelde, h. gewarreld (freq. van warren: dooreenwaren; fig. wemelen): warrelende sneeuw; het warrelt mij voor de ogen, draait.

(warrelde, heeft gewarreld) [Frekw. van warren] 1. dooreenwarren : -de sneeuw. 2. woelen ; de -de zee. 3. heen en weer slingeren. 4. heen en weer wemelen : het warrelt mij voor de ogen.

(warrelde, heeft gewarreld), zich voortdurend door elkaar en heen en weer bewegen: warrelende vlokken; alles warrelt mij voor de ogen.

WARRELEN - (warrelde, heeft gewarreld), heen en weder slingeren, draaien; in de war raken, verwarren; eene warrelende zee, woelende golven. WARRELING, v. (-en), het warrelen.