Wat is de betekenis van warmlopen?

warmlopen - Werkwoord 1. ergatief door activiteit die warmte vrijmaakt een te hoge temperatuur bereiken ♢ Afgelopen maandag met het warme weer is de dieselmotor van mijn compact warmgelopen. 2. ergatief door activiteit die warmte vrijmaakt de juiste bedrijfstemperatuur bereiken. ...

(onov ww; liep warm; is warmgelopen) SP - de warming-up verrichten, zich gereedmaken voor de wed strijd door enige lichte oefeningen, het losmaken van de spieren, oefenswings maken, oefenballen slaan e.d..

(onov ww; liep warm; is warmgelopen) SP - de warming-up verrichten, zich gereedmaken voor de wedstrijd door enige lichte oefeningen, het losmaken van de spieren e.d.

...

(liep warm, is warmgelopen), 1. (eig.) van werktuigdelen, inz. assen, door te sterke wrijving tijdens de werking voortdurend warmer, zelfs gloeiend worden; 2. (fig., gemeenz.) in vuur geraken of zijn (voor iets), er veel voor voelen : hij loopt niet erg warm voor de kerk.

o. (van assen enz.: het door wrijving warm worden): het warmlopen der assen.

('warm) wkw. door wrijving warm worden : het der assen van een spoorwagen.

(liep warm, is warmgelopen), 1. (van assen enz.) door te sterke wrijving tijdens de werking gloeiend worden; 2. (fig., gemeenz.) in vuur geraken of zijn (voor iets), er veel voor voelen: hij loopt niet erg warm voor dat idee; 3. (sport) loopoefeningen doen om de spieren soepel te maken.

...