warm
...
Marc De Coster (2020-2024)
(1998) (straattaal) geil. • Nederlandse jongens vragen voorbijgangers: “Ben je geil?”, maar Marokkaanse jongens drukken zich liever eufemistischer uit: “Ben je warm?” (Vrij Nederland, 05/12/1998)
Wiktionary (2019)
warm - Bijvoeglijk naamwoord 1. een hoge temperatuur hebbend ♢ Dit is een warme kachel. 2. de warmte van het lichaam vasthoudend ♢ Vandaag dragen we warme kleding. 3. enthousiast zijn/worden ♢ Ik begin er al helemaal wa...
Muiswerk Educatief (2017)
warm - bijvoeglijk naamwoord 1. met een hoge temperatuur ♢ in de zomer is het vaak warm buiten 1. warm eten [maaltijd waarbij het eten warm opgegeten wordt] 2. het ging er warm...
Marc de Coster (2004)
Geil, heet, wellustig. In deze betekenis reeds opgetekend in een achttiende-eeuwse klucht (‘Den Vrolyke Tuchtheer van Weyerman’). Tegenwoordig vooral onder Marokkaanse jongeren een populair eufemisme. Nederlandse jongens vragen voorbijgangers: ‘Ben je geil?’, maar Marokkaanse jongens drukken zich liever eufemistischer uit: ‘Ben je warm?’ Vrij Nede...
Peter Bakema (2003)
- warm en koud blazen, dubbelhartig zijn, spreken naar de omstandigheden De kleine man die als klimmer tot vandaag geen gelijke heeft, blijft warm en koud blazen over de sport die hem roem bracht. - GvA, 04-07-2002.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: