Wat is de betekenis van war?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

war

war - Zelfstandignaamwoord 1. verwarring, wanorde Ik was behoorlijk in de war toen ik teveel gedronken had. 2. knoest in hout war - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van warren ♢ Ik war 2. gebiedende wijs van warre...

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

war

war - zelfstandig naamwoord 1. verward, door elkaar ♢ hij is erg in de war de laatste tijd 1. in de war sturen [zorgen dat het mis gaat] 2. iets uit de war halen ...

2024-04-23
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

war

(tw) nietwaar TM.

2024-04-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

War

knoest

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

war

verwarring; verleentheid.

2024-04-23
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

WAR

zie Waar.

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

War

s.; in de —, yn ’e war; in de — sturen, yn ’e hobbel, yn ’e bulten, yn trewyn bringe, jeije, forhûntheije, fortribelje; iets opzettelijk in de — sturen, de bal deryn jeije, earne in kneppel ûnder smite, de bolle yn ’e reak, deryn stjûre, jeije; de zaak loopt in de &...

2024-04-23
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

war

I. oorlog; war of nerves, zenuwenoorlog; war of positions, stellingsoorlog; civil war, burgeroorlog; a war to the knife, een strijd op leven en dood; be at war, in oorlog zijn; oorlog hebben (met with); go to war, 1. ten oorlog tijgen, ten strijde trekken; 2. oorlog maken; II. oorlog voeren (tegen against, on); warring, strijdend, (tegen)strijdig.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

War

v., 1. in de verb. in de war, in verwarring, verward: het garen is in de war; (vand. ook uit de ivar halen, ontwarren) ; — zijn zaken zijn in de war, niet in orde ; — ik ben in de war, verwar versch. zaken met elkaar ; — iem. in de war maken, van zijn stuk brengen, zich doen vergissen ; &m...