Wat is de betekenis van want?

2023-12-02
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

want

want - Zelfstandignaamwoord 1. (f)/(m): (kleding) handschoen waarbij alle vinger|vingers, behalve de duim in één ruimte zitten 2. (n): (scheepvaart) de lijnen of staalkabels aan stuur- en bakboord, die een mast overeind houden (staand want), en het touwwerk om de zeilen te zetten (lopend want) ...

2023-12-02
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

want

want - voegwoord, zelfstandig naamwoord 1. er wordt een reden of argument genoemd ♢ Piet gaat niet naar de film want hij heeft hem al gezien 2. handschoen met aparte duim ♢ ze droegen dikke wanten bij het ski...

Direct alle resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-12-02
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Want

goed in het - zitten slanguitdr. voor ‘een forse boezem hebben’. Vgl. een bos hout voor de deur.

2023-12-02
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

want

want - Bedekkingen voor de hand die vier vingers in een gedeelte omsluiten en de duim in een ander.

2023-12-02
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

want

Handschoen (in de standaardt. uitsl. in toep. op een handschoen zonder vingers, met slechts een duim).

2023-12-02
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Want

Want - → Lopend want, → Staand want, → Verstaging.

2023-12-02
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Want

s., fûst-, knûstwant, tommof.

2023-12-02
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

want

I. 1. nood, gebrek, behoefte, armoede; 2. gemis; for want of, bij gebrek aan; be in want, gebrek hebben, gebrek lijden; be (stand) in want of, nodig hebben; II. 1. nodig hebben, behoeven, moeten; hebben moeten; 2. willen, wensen, verlangen; 3. te kort komen, mankeren; I want nothing better, ik verlang niets beters; ik verlang (wil) niets liever; I...

2023-12-02
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Want

want, touwwerk; Wanten, (ook) zeemanshandschoenen.

2023-12-02
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Want

v. (-en), handschoen zonder vingers, met slechts een duim, vuisthandschoen ; — (Zuidn. ook) handschoen.

2023-12-02
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

want

I. v. -en; grove, wollen vuisthandschoen met een duim en geen vingers: de schipper droeg wanten; Z.-N. wie de dante trouwt voor de wante (het geld), verliest de wante en houdt de dante; zegsw. zie w a n t e n. II. o. (1 al het touwwerk aan boord; 2 viswant, de netten): 1 het staand want, het lopend want; zie l o p e n d, s t a a n d 1; 2 die...

2023-12-02
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Want

(scheepsb.), de draadtouwen, welke de masten van schepen zijdelings steunen, al of niet gespreid gehouden door een houten of ijzeren spreider, de zaling.

2023-12-02
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

want

o. iets dat als uitrusting, gereedschap dient nl. 1. netwerk : zijn dragen; viswant; zijn droop houden, geen vergeefse moeite doen. 2. Scheepst. al het touwwerk aan boord : het van de ➝ mast. Gez. geen naar het schip hebben, geen vrouw hebben die past; lopend los touwwerk als kabels, lijnen, katrol werk; staand -, vast touwwerk als steun van de ma...

2023-12-02
Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Want

1e. Handschoen. 2e. Scheeps- en vischtuig.

2023-12-02
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Want

Want - 1) het touwwerk aan boord van een schip ; voor steun van het rondhout het staand want; voor beweging der zeilen, loopend want. 2) de hoofdtouwen, waarmede de masten dwarsscheeps gesteund worden; zie TUIG.

2023-12-02
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Want

oorzakelijk of redengevend nevenschikkend voegw., vermits, aangezien, daar: hij kan niet komen, want hij is ziek; soms met explicatieve betekenis.

2023-12-02
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

want

want - v., handschoen; o.,scheeps- of vischtuig.

2023-12-02
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Want

van een mast: de verzameling van alle hoofdtouwen, welke den mast zijdelings steunen.

2023-12-02
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Want

Het begrip want heeft 4 verschillende betekenissen: 1. want - WANT - v. (-en), handschoen met slechts een duim, vuisthandschoen. WANTJE, o. (-s). 2. want - WANT - o. (manuf.) eene soort van grof laken. 3. want - WANT - o. visscherstuig, net; — zijn want droog houden, geen vergeefsche moeite doen; — (zeew.) al het touwwerk aan boord;...

2023-12-02
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Want

Want, vw. vermits, naardien, aangezien, daar. *-, v. (-en), handschoen met slechts een duim; vuisthandschoen. *-, o. gmv. visscherstuig, net; (zeew.) al het touwwerk aan boord; staand en loopend -, het vaste en losse touwwerk; (fig.) zijn staand en loopend - in orde brengen, zijne kleeding in orde schikken; (fig.) hij heeft geen - naar het schip, h...