wangen
wangen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wang
Fink (1998)
Droomonderzoekers in het oude Griekenland geloofden dat bolle rode wangen op een volle geldbuidel zouden wijzen; bleke en holle wangen daarentegen op financiële moeilijkheden. Wie in een droom z’n wangen poedert, heeft in de waaktoestand misschien iets te verbergen. (Zie ook ‘Poeder’, ‘Schmink’).
Kramer en de Bruin (1971)
Wangen - twee houten of metalen delen waar tussen een mast (mastwangen) of een roerblad (roerwangen) is bevestigd.
Veerman (1954)
zijn delen van de kop en liggen terzijde van de kaken. Door hun meer of minder gevuld zijn geven zij bij het varken een aanwijzing voor de neiging tot spekvorrning. Spekvarkens hebben zware wangen en vleesvarkens lichte.
Van Dale Uitgevers (1950)
(wangde, heeft gewangd), 1. (Zuidn., gemeenz.) eten ; 2. van wangen of schalen voorzien, met zijstukken vastzetten : een mast wangen.
J. Kramer (1908)
(Gena), de middelste zijdelingsche gedeelten van het aangezicht, uitwendig door de huid, inwendig door een slijmvlies bekleed, en gevormd door de wangspier (Musculus baceinator), de kauwspier (M. masseter), de kleine en groote jukbeenspier.
J.H. van Dale (1898)
Het begrip wangen heeft 2 verschillende betekenissen: 1. wangen - WANGEN - (wangde, heeft gewangd), (Zuidn., gemeenz.) eten. . 2. wangen - WANGEN - (wangde, heeft gewangd), (zeew.) van wangen of schalen voorzien, met zijstukken vastzetten : een mast wangen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: