Wat is de betekenis van Wangen?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

wangen

wangen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wang

2024-04-25
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

wangen

Elk van de beide zijkanten van een koorgestoelte, schouw, dakkapel of schietgat.

2024-04-25
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Wangen

Droomonderzoekers in het oude Griekenland geloofden dat bolle rode wangen op een volle geldbuidel zouden wijzen; bleke en holle wangen daarentegen op financiële moeilijkheden. Wie in een droom z’n wangen poedert, heeft in de waaktoestand misschien iets te verbergen. (Zie ook ‘Poeder’, ‘Schmink’).

2024-04-25
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Wangen

Wangen - twee houten of metalen delen waar tussen een mast (mastwangen) of een roerblad (roerwangen) is bevestigd.

2024-04-25
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Wangen

(oorspr. Du.), insluitende zijschilden van een open haard, bank, trap of pers.

2024-04-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Wangen

zijn delen van de kop en liggen terzijde van de kaken. Door hun meer of minder gevuld zijn geven zij bij het varken een aanwijzing voor de neiging tot spekvorrning. Spekvarkens hebben zware wangen en vleesvarkens lichte.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wangen

(wangde, heeft gewangd), 1. (Zuidn., gemeenz.) eten ; 2. van wangen of schalen voorzien, met zijstukken vastzetten : een mast wangen.

2024-04-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Wangen

(Gena), de middelste zijdelingsche gedeelten van het aangezicht, uitwendig door de huid, inwendig door een slijmvlies bekleed, en gevormd door de wangspier (Musculus baceinator), de kauwspier (M. masseter), de kleine en groote jukbeenspier.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Wangen

Het begrip wangen heeft 2 verschillende betekenissen: 1. wangen - WANGEN - (wangde, heeft gewangd), (Zuidn., gemeenz.) eten. . 2. wangen - WANGEN - (wangde, heeft gewangd), (zeew.) van wangen of schalen voorzien, met zijstukken vastzetten : een mast wangen.