walschijter, walslurp
(1930) (zeem.) landrot. • Vooruit, omdat jij zoo'n verstokte walslurp bent, zullen we gaan. (J. Slauerhoff: Schuim en asch. 1930) • Er waren geen echte zeemannen meer. Ik was een walschijter. (Haring Arie: Een leven aan de Amsterdamse zelfkant. 1968) • Een zeeman hoeven ze niks te vertellen, die heeft meer van de wereld gezien en i...