Wat is de betekenis van WALGEN?

2023-06-08
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

walgen

walgen - Werkwoord 1. (inerg) hevige afkeer voelen voor iets

Lees verder

Direct toegang tot alle 9 resultaten over WALGEN?

Word nu vriend van Ensie
2023-06-08
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

walgen

walgen - regelmatig werkwoord uitspraak: wal-gen 1. een grote afkeer hebben ergens van ♢ hij walgt van spruitjes Regelmatig werkwoord: wal-gen ik walg jij/u walgt ...

Lees verder
2023-06-08
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Walgen

v., walgje, koarje, kokhalzje; het walgt mij, it wearz(g)et, wêrz(g)et my, it griist my oan, ta, it hert keart my yn ’t liif om, de walge komt my op.

2023-06-08
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Walgen

(walgde, heeft gewalgd), 1. een sterke, fysieke af keer gevoelen, zó dat men neiging heeft om te braken : ik walg er van; tot walgens toe verzadigd; 2. (fig.) een hevige zedelijke weerzin gevoelen: hun leugenachtige, schijnschone praatjes deden ons walgen.

Lees verder
2023-06-08
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

walgen

walgde, heeft gewalgd: 1. zulk een afkeer krijgen, dat een gevoel van braken opkomt; misselijk van iets worden: ik walgde van zijn vleierij; ik walgde van mijzelf; iem. doen walgen; tot je er van walgt; 2. walging veroorzaken: zulk een roman gaat walgen; ook onpersoonlijk: het walgt me; als zn.: tot walgens toe.

Lees verder
2023-06-08
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

walgen

('walgən) (walgde, heeft gewalgd) [~ walen, draaien in de maag] 1. misselijk worden : ik walg van die medicijnen; het walgt me. → braken. 2. afkeer gevoelen : ik walg van die vleierij. 3. afkeer veroorzaken: zulk een roman gaat -.walging v. (-en) het walgen. Syn. → afgrijzen.

Lees verder
2023-06-08
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Walgen

(walgde, heeft gewalgd), 1. een sterke, fysieke afkeer voelen, zó dat men neiging heeft om te braken: ik walg ervan; 2. (fig.) een hevige zedelijke weerzin voelen.

Lees verder
2023-06-08
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Walgen

schijnt verwant met ’t Mnl. wallen = in golvende beweging zijn; waarbij ook: woelen en walm (z.d.w.). Walgen zou dus bet.: bij golven uitbraken.

2023-06-08
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WALGEN

WALGEN - (walgde, heeft gewalgd), zulk een afkeer gevoelen, dat men op het punt is om te braken; walging veroorzaken: ik walg er van, of het walgt mij; tot walgens toe. WALGING, v. (-en), afkeer; misselijkheid, braking.