Wat is de betekenis van WAKER?

2024-12-07
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-12-07
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

waker

Het begrip waker heeft 6 verschillende betekenissen: 1) iemand die waakt over tradities. iemand die er over waakt dat gebruiken of tradities, of andere toestanden of ideeën in ere gehouden blijven. 2) iemand die over mensen of zaken waakt. iemand die waakt over de veiligheid van een gebouw of een terrein of over de veiligheid en...

2024-12-07
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

waker

waker - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die waakt 2. dijk meteen aan zee. Het is de eerste in het rijtje waker - slaper - dromer. Woordherkomst Naamwoord van handeling van waken met het achtervoegsel -er

2024-12-07
ABC van de Hengelsport

Van Onck (1972)

Waker

Waker - (zie Dobbers).

2024-12-07
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Waker

Waker - → Vleugel.

2024-12-07
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Waker

s., weits(j)er, wekker, oppasser.

2024-12-07
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Waker

m. (-s), 1. hij die waakt ; oppasser ; — waakhond ; — (zeew.) regeringsbeambte, belast met het toezicht over de ingescheepte goederen ; 2. (zeew.) waker of Spaanse waker, windwijzer op een masttop ; 3. zeedijk, onmiddellijk langs de zee ; 4. klos die moet beletten dat een (sluis)deur te ver opengaat.

2024-12-07
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

waker

m. -s; iem., die waakt, oppasser, wachter; vlaggetje, windwijzer op de mast; dijk vlak aan zee; verg. slaper.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-12-07
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

waker

('wa:kər) m. (-s) I. Eig. levend wezen dat waakt nl. 1. Algm. persoon die waakt, wachter, oppasser 2. Zeew. regeringsbeambte belast met het toezicht over de ingescheepte goederen. 3. waakzame hond. II. Metf. 1. Zeew. windwijzer op een masttop : Spaanse -. 2. zeedijk onmiddellijk langs de zee.