Wat is de betekenis van WAKEN?

2019
2023-03-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

waken

waken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wake waken - Werkwoord 1. (inerg) opzettelijk wakker zijn 2. (inerg) (verouderd) wakker zijn Overdag moet je niet slapen maar waken. 3. (inerg) bij een stervende zitten In de l...

Lees verder
2017
2023-03-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

waken

waken - regelmatig werkwoord uitspraak: wa-ken 1. wakker blijven om op te letten ♢ toen vader ziek was, moesten we 's nachts bij hem waken 2. goed op iemand of iets passen ♢ je moet ervoor waken...

Lees verder
2003
2023-03-24
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

waken

- erop/ervoor waken dat, ervoor zorgen dat, erop letten dat. Deze commissie valt onder het ministerie van Financiën en moet ervoor waken dat de veiligheid van de Verenigde Staten niet in het gevaar komt. - FET, 06-04-2002.

Lees verder
1981
2023-03-24
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

waken

In de verb. erop waken (dat -), erop toezien, ervoor zorgen, erop letten (dat-). Samen bidden hebben we nooit gedaan. Wel waakte ik erop dat de kinderen een avondgebedje zegden. Ergens was er in mij nog een godsdienstig gevoel aanwezig, Vrouw en Wereld mei 1976, p. 11. Alleen moet je erop waken een tuin aan te leggen die een m...

Lees verder
1952
2023-03-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Waken

v., weitsje, w e k k e, w e k k e; wekje; (bij werpende zeug), barge-, bigge-, sûchweitsje, -wekje.

1951
2023-03-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

waken

zie wake II. 1. en 2.

1950
2023-03-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Waken

(waakte, heeft gewaakt), 1. (thans w.g.) niet slapen, wakker zijn : slaap je of waak je? ; 2. opzettelijk wakker blijven, niet gaan slapen : de reizigers moesten ’s nachts om de beurt waken ; — inz. om voor iem. zorg te dragen, op te passen : bij een zieke waken ; 3. toezien dat aan de in een bep. genoemde zaak ge...

Lees verder
1937
2023-03-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

waken

waakte, heeft gewaakt: 1. wakker blijven (om voor iem. te zorgen); des nachts de wacht houden: ik zal bij den zieke waken; 2. nauwkeurig toezien, zorg dragen: ouders, waakt over uw kinderen! tegen iets, iem. waken.

Lees verder
1930
2023-03-24
Jozef Verschueren

Jozef Verschueren (1930)

waken

('wa:kən) (waakte, heeft gewaakt) 1. ’s nachts wakker blijven : bij een zieke -. 2. zorg dragen : over de kinderen ik zal voor uw belangen tegen iemand, iets -. 3. Zeew. boven water komen : de zandbanken bij de eb.

Lees verder
1916
2023-03-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Waken

(waakte, heeft gewaakt), 1. niet slapen, wakker zijn; 2. opzettelijk wakker blijven, niet gaan slapen; m.n. om voor iemand te zorgen, op te passen: bij een zieke waken; 3. toezien dat de persoon of zaak geen schade zal lijden, het oog houden (op, over): voor iemands belangen waken; er moet voor gewaakt worden, dat...

Lees verder
1911
2023-03-24
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Waken

van den Germ. wt. wak = bedrijvig zijn. (Zie Woeker.) Vgl. wakker; wekken. Wakker, van waken, is dus: wakende, bedrijvig zijn.

1908
2023-03-24
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Waken

zegt men van een voorwerp, dat even boven drijft.

1898
2023-03-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WAKEN

WAKEN - (waakte, heeft gewaakt), niet slapen : ik kan niet waken; — bij iem. wakker blijven om voor hem zorg te dragen, op te passen : bij een zieke waken; — een wakend oog houden (op, over): voor de belangen der zaak waken; — (zeew.) boven komen (van eene rots, klip enz.): die zandbanken waken met de eb. WAKING, v. het waken.

Lees verder
1864
2023-03-24
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Waken

Waken, ow. gel. (ik waakte, heb gewaakt), oppassen, zorg dragen (voor); niet slapen; een wakend oog houden (op, over); (zeew.) boven drijven (van eene rots, klip enz.). *-D, bn. oplettend, waakzaam; gadeslaande; (fig.) een - oog over (of op) iets (of iem.) houden, naauwkeurig toezien, al de handelingen van iem. nagaan. *...KER, m. (-s), oppasser,...

Lees verder
1856
2023-03-24
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Waken

o.w. - Bovendrijven: wordt gezegd van een rots, klip of ander voorwerp, dat met het afloopen van het water zichtbaar wordt. Die bank Waakt met de eb (laat zich zien met de eb). Een wakende boei (een boei, die aanwijst, waar het anker ligt).

Lees verder