Wat is de betekenis van WAKEN?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

waken

waken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wake waken - Werkwoord 1. (inerg) opzettelijk wakker zijn 2. (inerg) (verouderd) wakker zijn Overdag moet je niet slapen maar waken. 3. (inerg) bij een stervende zitten In de l...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

waken

waken - regelmatig werkwoord uitspraak: wa-ken 1. wakker blijven om op te letten ♢ toen vader ziek was, moesten we 's nachts bij hem waken 2. goed op iemand of iets passen ♢ je moet ervoor waken...

2024-04-24
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

waken

- erop/ervoor waken dat, ervoor zorgen dat, erop letten dat. Deze commissie valt onder het ministerie van Financiën en moet ervoor waken dat de veiligheid van de Verenigde Staten niet in het gevaar komt. - FET, 06-04-2002.

2024-04-24
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

waken

In de verb. erop waken (dat -), erop toezien, ervoor zorgen, erop letten (dat-). Samen bidden hebben we nooit gedaan. Wel waakte ik erop dat de kinderen een avondgebedje zegden. Ergens was er in mij nog een godsdienstig gevoel aanwezig, Vrouw en Wereld mei 1976, p. 11. Alleen moet je erop waken een tuin aan te leggen die een m...

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Waken

v., weitsje, w e k k e, w e k k e; wekje; (bij werpende zeug), barge-, bigge-, sûchweitsje, -wekje.

2024-04-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

waken

zie wake II. 1. en 2.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Waken

(waakte, heeft gewaakt), 1. (thans w.g.) niet slapen, wakker zijn : slaap je of waak je? ; 2. opzettelijk wakker blijven, niet gaan slapen : de reizigers moesten ’s nachts om de beurt waken ; — inz. om voor iem. zorg te dragen, op te passen : bij een zieke waken ; 3. toezien dat aan de in een bep. genoemde zaak ge...

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

waken

waakte, heeft gewaakt: 1. wakker blijven (om voor iem. te zorgen); des nachts de wacht houden: ik zal bij den zieke waken; 2. nauwkeurig toezien, zorg dragen: ouders, waakt over uw kinderen! tegen iets, iem. waken.