Waggelen — wankelen
Om het evenwichtspunt zich bewegen, niet vaststaan. Wankelen zegt men van groote zaken, die op een breed grondvlak staan; de toren wankelde. Van personen wordt het gebruikt in eigenlijken zin voor dreigen te vallen: in figuurlijken zin voor neiging betoonen om om te slaan of van meening te veranderen, en voor niet vast¬staan in beginselen. Wagg...