Wat is de betekenis van waarloos?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

waarloos

waarloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. (scheepvaart) (van alles wat als reservemateriaal ingescheept wordt) vervangend 2. zonder toezicht, onachtzaam Woordherkomst afgeleid van waar (stam van het verouderde werkwoord waren) met het achtervoegsel -loos Verwante begrippen [1] waarzeil

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Waarloos

bn., 1. (gew.) zonder toezicht, zonder bescherming : waarloos rondlopen; 2. (zeew.) gezegd van al wat als reserve ingescheept wordt om een voorwerp van gelijke aard te vervangen: waarloos rondhout; waarloze zeilen.

2024-03-28
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

WAARLOOS

gemeente in de provincie Antwerpen, op licht golvende leem- en zandbodem, 472 ha (landbouw, brouwerijen), telt (1951) 1476 inw. Het dorp hing beurtelings af van het Land van Arkel en het graafschap Cantecroy, de kerk van de abdij van Lobbes en ook van Cantecroy. Lit.: J. B. Stockmans, Gesch. der gemeente Mortsel, met aanhangsels over Edeghem Waarlo...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

waarloos

bn.; scheepsmaterieel, voorlopig opgeborgen, om onbruikbaar geworden zaken te vervangen: in reserve: een waarloos anker, waarloze zeilen; verg. waargoed.