Wat is de betekenis van waarlijk?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

waarlijk

waarlijk - Bijwoord 1. echt, volgens de waarheid Woordherkomst afgeleid van waar met het achtervoegsel -lijk Synoniemen echt, zowaar Verwante begrippen waar, waarheid

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

waarlijk

waarlijk - bijwoord uitspraak: waar-lijk 1. precies als in de werkelijkheid ♢ ze kan waarlijk goed spelen Bijwoord: waar-lijk Synoniemen echt, heus, natuurlijk, onvervalst, reëel, waar, werkelijk Tegenstellingen irreëel

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Waarlijk

adv., wier, wier-wier, feit-wier, siker(wier), sikersonk, wierlik(en), (wis en) wrachtich, wrychtich, wrammels.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Waarlijk

bw., in waarheid: Jezus is waarlijk opgestaan ; waarlijk? is het werkelijk waar ? — werkelijk, heus : ik ben er waarlijk verlegen mee.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

waarlijk

bw.; in waarheid, zeker, stellig, wezenlijk: ze zijn waarlijk gelukkig, inderdaad.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

waarlijk

('wa:rlәk) bw. in waarheid, zeker, stellig, wezenlijk: ze zijn gelukkig.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Waarlijk

bw., in waarheid; stellig.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WAARLIJK

WAARLIJK - bw. in waarheid : ik ben er waarlijk verlegen mee, dat men mij zooveel goedheid bewijst; stellig, zeker : dat is waarlijk jammer.