waar
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Wiktionary (2019)
waar - Zelfstandignaamwoord 1. koopwaar, te verhandelen goederen 2. aandeel in een onverdeeld landbouwbedrijf 3. voorzichtigheid, aandacht, hoede (-> waarschuwen) waar - Bijvoeglijk naamwoord 1. correct, niet onwaar, overeenkomend met de werkelijkheid waar - Bijwoord 1. Vragend: op welke plaa...
Muiswerk Educatief (2017)
waar - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, zelfstandig naamwoord 1. precies als in de werkelijkheid ♢ het is een waar gebeurd verhaal 1. zijn ware bedoeling [zijn echte bedoeling] ...
Michel Uyen
1. Naar waar de vogels vliegen, is niet te zeggen (waarheen). Naar waar gaat ge? (Waar ga je heen / naar toe?) 2. Het is toch waar? (Dat is toch zo! Nietwaar?)
Getty Research Institute (1990)
waar - Wordt gebruikt voor een bepaald soort vervaardigde artikelen, doorgaans gebruiksvoorwerpen, die meestal worden vernoemd naar het materiaal, gebruik, de stijlnaam of een andere eigenschap, zoals aardewerk of keukengerei.
Walter De Clerck (1981)
1. Als redengevend voegw.: daar, omdat. Deze argeloosheid komt ook tot uiting waar de Leeuw gelooft dat anderen eveneens tot zijn prestaties bekwaam zijn, JONCKHEERE 1967, 51. 2. Terwijl, ofschoon De plaatselijke service blijkt beter en de winsten gaan rechtstreeks in hun geheel naar de gemeentekas, waar ze elders gedeeltelijk in privé-han...
J. van Donselaar (1936)
: waar van, op welke plaats van, op welk punt van (in vragende zin). Waar van de Hogestraat woon je? = Waar woon je in de Hogestraat?
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: