Wat is de betekenis van WAAI?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

waai

waai - Werkwoord

2024-04-18
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

waai

agterkant van knie, gewaai, blaas (lug), wind veroorsaak; wapper (vlag); wuif; vertrek, (laat), trap, padgee.

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Waai

I.m., (w. g.) het waaien, waaiing: een waai van wind had de bloembladeren omme doen stuiven (Couperus). II.v., (gew.) warme waaien, naam voor zekere ronde broodjes, in O.-Brabant met Vastenavond gegeten.

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

waai

(wa:i) v. (-en) samentrekking van wade.

2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Waai

v./m. (-en), wiel.

2024-04-18
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Waai

gehucht, gem. Neer, Limb.

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WAAI

WAAI - v. (-en), zie WADE 1.