Wat is de betekenis van waadvogel?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

waadvogel

waadvogel - Zelfstandignaamwoord 1. (vogels) vogel met waadpoten uit de onderorde Charadrii In het midden van de vijver staan veel waadvogels met hun poten in het water. Woordherkomst samenstelling van waad(werkwoord) en vogel

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Waadvogel

m. (-s), vogel met lange poten waarmee hij door het water kan waden; in het mv. de naam voor een orde van vogels (Charadriiformes), waartoe o.a. pluvieren en strandlopers behoren.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

waadvogel

m. -s; vogel met waadpoten: de kieviten en kemphanen zijn waadvogels (Lat. limicolae).

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

waadvogel

('wa:t) m. (-s) vogel met waadpoten: de reiger is een -. Syn. steltloper.

2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Waadvogel

m. (-s), vogel met lange poten, die veelal in moerassen of ondiep water zijn voedsel zoekt.