vrouwelijkheid
(17e eeuw) (euf.) vrouwelijk geslachtsdeel. Vgl. vrolijkheid*. • Zekere soldaat werd het volgende ten laste gelegd: ‘dat hij, terwijl hij niet met nader te noemen vrouw was gehuwd vleselijke gemeenschap heeft gehad, althans ontuchtige handelingen heeft gepleegd met Hendrika X, hebbende hij alstoen aldaar opzettelijk ontuchtig zijn ontblo...