Wat is de betekenis van Vrijmoedigheid?

Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vrijmoedigheid

v., onbeschroomdheid, rondborstigheid : met grote vrijmoedigheid toonde hij de bestaande gebreken aan.

Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vrijmoedigheid

s., frijens, frijmoedigens, rounens, rounutens.

Gerelateerde zoekopdrachten