Wat is de betekenis van vrije?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vrije

vrije - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van vrij

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vrije

I. m.-v. (-n),iem. die vrij is ; (hist.) vrijgeborene ; II. o., 1. de vrije, open lucht: in 't vrije vertoeven ; 2.(hist.), rechtsgebied van een vrije stad.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vrije

1. m. en v. -n; vrijgeborene, niet-slaaf; 2. o.; gesch. rechtsgebied ener vrije stad: in het vrije van Brugge.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vrije

('vrijə) 1. m. en v. (-n) vrij (A I 2 a b) geborene, niet-slaaf. 2. Vrije o. rechtsgebied van een vrije stad: het Vrije van Brugge. 3. o. vrije (A I 2 e e), openlucht: in het gaan wandelen.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vrije

I. v./m. (-n), iemand die vrij is; (hist.) vrijgeborene; II. o., 1. de vrije, open lucht: in het vertoeven; 2. (hist.) rechtsgebied van een vrije stad.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Vrije

Het begrip vrije heeft 2 verschillende betekenissen: 1. vrije - VRIJE - o. de vrije, open lucht: in ’t vrije vertoeven. 2. vrije - VRIJE - o. (-n), rechtsgebied eener vrije stad.

2024-04-19
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Vrije

Vrije, o. gmv. de vrije -, open lucht. *-LIJK, bijw. op vrije wijze. *-N, bw. ow. gel. (ik vrijde, heb gevrijd), verkeeren. *-R, m., VRIJSTER, v. (-s), minnaar, minnares; (ook) jonkman, jonge dochter; een oude -, eene oude vrijster, een bejaard jonkman of meisje; vrijster, dienstmeid.

2024-04-19
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Vrije

Ager Franconicus. in Fland.