Wat is de betekenis van Vrijdag?

vijfde dag van de week. Voorbeelden: Oud en nieuw bracht ik bij Sandra door. Die avond, een vrijdag, herinner ik me nog wel. J. Bernlef, Buiten is het maandag, 2003 Heinsbroek had zelf zo veel redenen genoemd waarom hij binnenkort zou aftreden, dat die profetie ook wel in vervulling zou gaan. Ik was er natuurlijk niet helemaal...

vrijdag - Zelfstandignaamwoord 1. (tijdrekening), (dag) een dag van de week die na donderdag en voor zaterdag komt ♢ Vrijdag ben ik volgens mij vrij. Woordherkomst Het eerste lid verwijst naar de Germaanse godin Frigg (godin van onder andere de liefde). De naam van de dag is o...

vrijdag - zelfstandig naamwoord uitspraak: vrij-dag 1. de vijfde dag van de week ♢ op vrijdag eten we vaak vis Zelfstandig naamwoord: vrij-dag de vrijdag de vrijdagen

Naar wie is vrijdag vernoemd? a Naar Verginius, een Romeinse generaal die zijn slaven op vrijdag korter liet werken. b Naar Vrijdag, een personage uit de roman Robinson Crusoe (1719) van Daniël Defoe. c Naar de Germaanse godin van de liefde, Freya, de tegenhanger van de Romeinse godin Venus.

→Weekdagen, → Dertien.

het is -, de lamp hangt voorover, er is armoede in huis. Vaak schertsend gezegd tegen een onverwachte bezoeker. Ook wel de lamp hangt scheef. Vroeger liet men de lamp hellen om het laatste restje olie nog op te laten branden.

Zesde dag van de week, vertaling van de Latijnse naam dies Veneris, de dag van Venus (Fr. vendredi). In de Germaanse mythologie is Freyja, aan wie vrijdag zijn naam ontleent, de godin van de liefde, de pendant van de Romeinse Venus. Oorspronkelijk gold de dag als een geluksdag, onder christelijke invloed werd hij tot een ongeluksdag. Op die dag beg...

vrijdag - De dag na donderdag en voor zaterdag, traditioneel gezien als de zesde dag van de week, maar tegenwoordig ook vaak gezien als de vijfde, en ook als de laatste dag van de werkweek in de westerse cultuur. In het Engels en in een aantal andere talen genoemd naar Frigg, vrouw van de Noordse god Odin, en symbool voor liefde en schoonheid; in h...

Daniël; geb. Den Haag 1765, overl. Amsterdam 12 januari 1822. Woonde en werkte in Den Haag tot 1791, daarna in Amsterdam. Leerling van A. Schouman, J. Humbert, P. W. van Megen (plaatsnijden) en R. Vinkeles (1785-1791), tevens medewerker van laatstgenoemde. Houthandelaar en kunstverzamelaar, tevens etser en graveur.Tentoonstellingen Amsterd...