vreselijk
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Wiktionary (2019)
vreselijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. bijzonder erg, schrikwekkend, verschrikkelijk ♢ Dat vreselijke ongeval veroorzaakte verslagenheid alom. 2. angstaanjagend vreselijk - Bijwoord 1. in zeer hoge mate, buitengewoon, zeer, heel erg Woordherkomst afgeleid van vrees met h...
Muiswerk Educatief (2017)
vreselijk - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord uitspraak: vre-se-lijk 1. heel erg of heel veel ♢ heb jij ook zo'n vreselijke dorst? 2. wat je angstig maakt ♢ het was een vreselijke gebeurtenis...
Van Dale Uitgevers (1950)
VREES'LIJK, bn. bw. (-er, -st), 1. vrees verwekkend, angstig: een vreselijk gezicht; een vreselijk onweer; — ontzettend: een vreselijke moord; — (bw.) op angstwekkende wijze: vreselijk om zich heen slaan; 2. (vand.) op heftige wijze, zeer erg: vreselijk te keer gaan ; het stormt vreselijk: — in h...
Jozef Verschueren (1930)
('vre:sәlәk) I. bn. en bw. (-er, -st) 1. vrees verwekkend : een schouwspel. Syn. afgrijselijk. 2. verbazend, ontzettend: een -e moord; een leven maken. II. bw. zeer: slecht. III. tw. als uiting van verwondering.
Instituut voor de Nederlandse taal
vreselijk bn. 'verschrikkelijk' Mnl. vreselijc, vreeslijc 'gevaarlijk, angstaanjagend, verschrikkelijk': ureeslec 'gevaarlijk' [1240; Bern.], en gene sake is so vreslik als gehait te wesene 'er is niets zo verschrikkelijk als gehaat te zijn' [1270-90; VMNW], dat creuitsche so vreselijc sijn dat si die lieden...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: