Wat is de betekenis van vreemd?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vreemd

vreemd - Bijvoeglijk naamwoord 1. van buiten, niet van hier, buitenlands 2. gek, onwerkelijk; een vreemd gevoel 3. niet bekend Het is mij vreemd. Synoniemen uitheems Antoniemen bekend Verwante begrippen buitenissig, curieus, eigenaardig, excentrisch, gek, ongewoon,...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vreemd

vreemd - bijvoeglijk naamwoord 1. anders dan gewoon, speciaal ♢ hij gedraagt zich vreemd de laatste tijd 1. vreemde talen [buitenlandse talen] 2. dat heeft hij niet van een vree...

2024-04-19
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

vreemd

vreemd - overspelig; eig. ‘niet tot het gezin behorend’. Noemt de verstandicheit uwe vriendinne, op dat ghi bewaert wert voor dat vreemde wijf' (Kantt. Statenb. ‘overspeelster’). Bijbel v. Liesv., Prov. (Spr.) 7A [1526].Meestal in de verb. vreemd gaan, overspel plegen. Ik vertrouw m’n eigen man niet. Ik heb op een...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

vreemd

uitheems; onbekend; ongewoon.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vreemd

adj. & adv.; (uitheems), frjemd, útlânsk; (zonderling), frjemd, nuver(aerdich), raer, pitertuerlik, bjuster(baerlik), eigenaerdich, bryk, seldsum, gryksk; buitengewoon —, aldernuverst, formaerde bryk; — persoon, nuverling; — opkijken, frjemd, nuver, bjuster, raer, nij opsjen; ...

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vreemd

bn. bw. (-er, -st), 1. verwijderd, elders liggend of daar thuis behorend ; wat niet tot de eigen kring behoort, uitheems : vreemde landen, volken ; vreemde planten : vreemde talen ; 2. vreemde woorden, die (onveranderd) uit andere talen ontleend zijn; 3. niet in de streek of ter plaatse bekend, onbekend: een vreemde koopma...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vreemd

I. bn., bw.: 1. niet bekend: een vreemde vent; alle vrees is hem vreemd, onbekend, in strijd met zijn aard; ik ben hier vreemd; 2. buitenlands; uitheems: vreemde volken, talen, planten; 3. raar, zonderling: een vreemde smaak; er vreemd uitziend; een vreemd geval; dat valt mij vreemd; hoe vreemd! dat is toch vreemd; 4. aan anderen toebehorende: vree...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vreemd

(vre:mt) bn. en bw. (-er, -st), ~ Eng. from, weg van, I. Eig. van iets anders nl. 1. van een andere afkomst d. i. a. van een ander land: -e planten, talen, volken. Syn. * buitenlands, b. van een andere maagschap : -e kinderen opvoeden, c. van een andere eigenaar : een paard. * eend, kat, zonde, d. van een andere kring. Tgst. eigen. e. Muz. van...