Wat is de betekenis van vracht?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

vracht

1) (1929) (prost.) klant van een prostituee. Minder eufemistisch is het Bargoense synoniem 'hengst'. • De straat opgaan, om 'n "vrachie" waar ze immers van leven moeten. (Keetelaar: Martha. 1929, geciteerd in WNT). 2) (19e eeuw) (verkleinvorm) (taxichauffeurs en destijds koetsiers) passagier. • Neen!... de stationsportier s...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vracht

vracht - Zelfstandignaamwoord 1. de lading van een vervoermiddel Verwante begrippen cargo, goederen, lading, last, scheepslading, vervoer

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vracht

vracht - zelfstandig naamwoord 1. waar je een vervoermiddel mee volstopt of belast ♢ er werd een vracht hout gebracht Zelfstandig naamwoord: vracht de vracht de vrachten het vra...

2024-04-20
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

vracht

De formule god zal me een vrachiegeven! ‘God moet mij zwaar belasten’ was oorspronkelijk een vrome wens. De godheid werd aangeroepen om op staande voet te straffen als men de waarheid niet had gesproken. Oneigenlijk gebruik maakt haar tot vloek en uitroep van verontwaardiging. Vgl. Stoett (1943:276). Genoteerd voor Oost-Vlaander...

2024-04-20
Droom lexicon

G. Senger (1985)

Vracht

zie Last.

2024-04-20
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

vracht

1. de lading van een schip of van een ander vervoermiddel, zoals een spoorwagon of vrachtwagen; 2. de vergoeding voor het vervoer van goederen.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vracht

s., fracht; een hele —, in hiele bringst, sjou, tôch, tris, fracht.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vracht

v. (-en), 1. wat op of in iets of op een persoon of dier ligt of gelegd wordt om het te vervoeren : die vracht is te zwaar voor de wagen; een vracht op de rug hebben; —zijn vracht meekrijgen, een strenge berisping, een pak slaag krijgen ; — hij heeft de vracht in, hij is dronken ; — (als verzamelnaam) g...