Wat is de betekenis van voyeur?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

voyeur

voyeur - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die minnende paren of vrouwen en meisjes die zich ontkleden bespieden|bespiedt Woordherkomst Naamwoord van handeling van het Franse voir (met het achtervoegsel -eur) Synoniemen gluurder

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Voyeur

[Fr. = Iett.: toekijker] gluurder, iemand die het opwindend vindt om bijv. vrijende stelletjes of zich ontkledende vrouwen te bespieden.

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Voyeur

gluurder

2024-04-24
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

voyeur

voyeur - iem. die de neiging heeft vrijende paartjes, zich ontkledende dames te begluren.

2024-04-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Voyeur

is de naam voor personen, die een ongewoon sterke neiging hebben geslachtsorganen of geslachtshandelingen te zien en/of voor wie daarin de voorwaarde en het (eenige) middel ter sexueele bevrediging is gelegen. Deze neiging is het actieve tegendeel van het passieve → exhibitionisme.

2024-04-24
Polulaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Voyeur

iemand, die zich den aanblik van een coïtus tracht te verschaffen, omdat hij daardoor zijn wellust bevredigt.

2024-04-24
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Voyeur

(Fr., iemand die ziet), iemand, die zich den aanblik van een coitus tracht te verschaffen, omdat hij daardoor orgasmus krijgt; syn. mixoscopie.

2024-04-24
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Voyeur

(Fr., iemand die ziet), iemand, die zich de aanblik van de coitus tracht te verschaffen, omdat hij daardoor orgasmus krijgt; syn. mixoscopie.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Voyeur

[Fr.], m. (-s), eig. kijker; gluurder; iemand met een (ziekelijke) neiging seksuele feiten, m.n. vrijende paren, te willen bespieden.