vormloos
...
Wiktionary (2019)
vormloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder vorm ♢ De oude vrouw had zich in een vormloos jurk gehesen. Woordherkomst afgeleid van vorm met het achtervoegsel -loos
Van Dale Uitgevers (1950)
VORMELOOS, bn., 1. zonder vorm zijnde, ongevormd ; — geen bepaalbare vorm hebbend : een vormloze klomp ; 2. (rechtst.) geen voorgeschreven, bepaalde vorm hebbend: vormloze overeenkomst, voor welker totstandkoming geen bepaalde vormen zijn vereist: in beginsel zijn naar hedendaags recht alle overeenkomsten vormloos.
M. J. Koenen's (1937)
bn.; zonder vorm, wanstaltig, plomp: een vormloos blok hout, een vormloze massa; ook: vormeloos.
J.H. van Dale (1898)
VORMLOOS - VORMELOOS, bn. zonder vorm, ongevormd, wanvormig: een vormelooze klomp. VORMLOOSHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: