Wat is de betekenis van VORMLOOS?

2025-02-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-02-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vormloos

vormloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder vorm De oude vrouw had zich in een vormloos jurk gehesen. Woordherkomst afgeleid van vorm met het achtervoegsel -loos

2025-02-17
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-02-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vormloos

VORMELOOS, bn., 1. zonder vorm zijnde, ongevormd ; — geen bepaalbare vorm hebbend : een vormloze klomp ; 2. (rechtst.) geen voorgeschreven, bepaalde vorm hebbend: vormloze overeenkomst, voor welker totstandkoming geen bepaalde vormen zijn vereist: in beginsel zijn naar hedendaags recht alle overeenkomsten vormloos.

2025-02-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vormloos

bn.; zonder vorm, wanstaltig, plomp: een vormloos blok hout, een vormloze massa; ook: vormeloos.

2025-02-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vormloos

('vorm) bn. en bw.(...lozer, -t) zonder vorm, wanstaltig, plomp : een stuk hout.

2025-02-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VORMLOOS

VORMLOOS - VORMELOOS, bn. zonder vorm, ongevormd, wanvormig: een vormelooze klomp. VORMLOOSHEID, v.

2025-02-17
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)