Wat is de betekenis van Vorming?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vorming

vorming - Zelfstandignaamwoord 1. het ontstaan, het ontwikkelen, het maken. 2. (onderwijs) het onderwijs, het aanleren Het is zeer verkeerd om menschen die zonder geneeskundige vorming, alleen in het bezit zijn van eenige heelkundige kennis, tot de studie of tot het examen in de verloskunde toe te la...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vorming

vorming - zelfstandig naamwoord uitspraak: vor-ming 1. het geven van een vorm aan iets, het maken ervan ♢ de vorming van een kabinet nam 3 maanden in beslag 2. het ontstaan ervan ♢ de opvoeding...

2024-04-19
Begrippen over beroep en opleiding

Frank Peters, Rian van den Bergh, Sonja Liefhebber & Deanne Radema (1999)

Vorming

Het bevorderen van kennis, inzicht en vaardigheden van individuen en/of groepen om beter persoonlijk en maatschappelijk te kunnen functioneren (Van der Sommen, 1996).

2024-04-19
Management begrippenlijst

Drs. J. Heemstra & Drs. H.E. Wijnberg (1991)

Vorming

Het ontwikkelen van eigenschappen en het ontplooien van de persoonlijkheid tot een breder, completer, autonoom en creatief mens, die vanuit een eigen verantwoordelijkheid handelt. De vorming richt zich op de attitude, op ideeën en gevoelens en is vaak affectief van inslag.

2024-04-19
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

vorming

de ontwikkeling van iemands persoonlijkheid als hij goed opgevoed en goed onderwezen is. Deze algemene vorming blijkt uit blijvende kennis en kundigheden op meer dan één gebied en uit een beheerst taalgebruik. De beste vorming blijkt uit karaktervastheid. De vorming is nooit voltooid; een mens moet zich steeds blijven bekwamen, zowel...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vorming

s., foarming.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vorming

v. (-en), 1. het vormen ; 2. het gevormd worden; ontstaan: de vorming der steenkolen; 3. het geestelijk vormen, resp. gevormd-worden, opvoeding : de vorming van het karakter; — opleiding : waar heeft hij zijn vorming ontvangen?

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vorming

I. v. -en; het vormen (in bet. I): vorming van nieuwe leerkrachten, vorming van de smaak. II. vor'ming, v.; het vormen (in bet. II): de vorming zal plaats hebben in de kerk van St. Jan.