Wat is de betekenis van voorzorg?

voorzorg - Zelfstandignaamwoord 1. het zorgen van tevoren om eventueel onheil of ongemak te voorkomen Woordherkomst samenstelling van voor en zorg Verwante begrippen voorziening

voorzorg - zelfstandig naamwoord uitspraak: voor-zorg 1. het zorgen dat het niet gebeurt ♢ uit voorzorg zijn de brievenbussen dicht op oudejaarsavond Zelfstandig naamwoord: voor-zorg de voorzorg ...

- <bnl. veroud.> sociale voorzorg, geheel van sociale voorzieningen, sociale zekerheid.

In de verb. sociale voorzorg, sociale zekerheid, geheel van sociale voorzieningen. Het ontwerp over de ziekteverzekering werd ... overhandigd ... aan de minister van Sociale Voorzorg De Paepe, Limburg 26/8/1976. De nieuwe minister van Sociale Voorzorg, de h. Dhoore (CVP), antwoordde dat het probleem van de kinderbijslag kadert in het...

s., foarsoarch; uit —, foar de wraek, foar de wraem.

...

v. (-en), 1. het zorgen van te voren, voor de toekomst, bep. om eventueel onheil of ongemak te voorkomen: uit voorzorg iets doen; met de nodige voorzorg iets verrichten; 2. wat men doet uit voorafgaande zorg, ter voorbehoeding : zijn voorzorgen nemen.

v. -en; het zorgen voor de toekomst: voorzorgen nemen, voorbehoedmiddelen.

(geneeskundige). Voorkomen van ziekte of van verergering ervan is beter dan genezen. Dit spreekwoordelijk geworden gezegde maakt duidelijk, hoezeer medische v. een belangrijk onderdeel vormt van de algemeene hygiëne, welk onderdeel door den maatschappelijken uitgroei van dezen tak van geneeskundige verzorging in de laatste decenniën (na ➝...