voorzien
voorzien - Werkwoord 1. (ov) een profetische blik hebben ♢ Hij voorzag dat dit tot ongelukken zou leiden. 2. (ov) ~ van: voorzorgen treffen ♢ U bent voorzien van alle nodige spullen. voorzien - Deelwoord 1. voltooid deelwoord van voo...
Wiktionary (2019)
voorzien - Werkwoord 1. (ov) een profetische blik hebben ♢ Hij voorzag dat dit tot ongelukken zou leiden. 2. (ov) ~ van: voorzorgen treffen ♢ U bent voorzien van alle nodige spullen. voorzien - Deelwoord 1. voltooid deelwoord van voo...
Muiswerk Educatief (2017)
voorzien - onregelmatig werkwoord uitspraak: voor-zien 1. dat het van iemand is ♢ dit dier is voorzien van akelige stekels 2. het van tevoren aan zien komen ♢ denk je dat het goed zal gaan? nee,...
Peter Bakema (2003)
(voorzag, voorzien) bepalen, stipuleren, vaststellen [in België gebruikt in alle situaties waar in het Frans prévoir voorkomt; in het Nederlands is het gebruik van voorzien beperkter: zien aankomen, + in zorgen voor, + van verschaffen, in orde brengen] Het paar was 's namiddags om 15.30 uur gehuwd voor d...
Marc de Coster (1998)
goed -, in het bezit van een groot geslachtsdeel. Eufemistische uitdr., die al in de 18de eeuw werd opgetekend. Syn. heel wat in huis hebben. vork 1. een - ingeslikt hebben, zich beveiligd hebben tegen homo’s en anaal verkeer. Slanguitdr. uit homokringen. 2. met de - schrijven, naar zichzelf toe rekenen; drie keer zoveel rekenen als werkelijk vers...
Walter De Clerck (1981)
1. (Iets) bepalen, regelen, voorschrijven; (een datum, een termijn) vaststellen, uittrekken; (een maatregel, een verbetering e.d.) in het vooruitzicht stellen, ontwerpen enz. Voor een goede start is een opleidings- en begeleide inwerkperiode voorzien, Gent 12/8/1976, p. 14. Het vertrek is voorzien te 13 u. 30 aan de Tramstatie te Heusden, ...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., foarsjen; zich — van, ynriede; voldoende — zijn, takocht wêze; — van de H. Sacramenten, bitsjinje; dat kon ik niet —, dêr koe ik net foar (wêze).
Van Dale Uitgevers (1950)
(voorzag, heeft voorzien), 1. van te voren zien, zien aankomen : dat heb ik wel voorzien ; 2. van te voren beschikken ; — in orde brengen met het oog op hetgeen gebeuren kan : het dak laten voorzien; (zeew.) een touw voorzien, bekleden; 3. in iets voorzien, er (van te voren) voor zorgen: in zijn onderhoud kunn...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: