voorzetten
...
Van Dale Uitgevers (1950)
(zette voor, heeft voorgezet), 1. vooruitzetten : het rechterbeen voorzetten ; — (fig.) zijn beste beentje voorzetten, zijn uiterste best doen; 2. voor iets zetten ; de luiken voorzetten, voor de ramen zetten; — iem. iets voorzetten, het hem ter nuttiging aanbieden : men zette ons brood en vis voor ;...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
voorzetten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord voorzet voorzetten - Werkwoord 1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voorzetten ♢... dat wij voorzetten ♢... dat jullie voorzetten ♢... dat zij voorzetten...
Muiswerk Educatief (2017)
voorzetten - regelmatig werkwoord uitspraak: voor-zet-ten 1. vooruit zetten ♢ je moet als eerste je rechterbeen voorzetten 2. iets aan de voorkant plaatsen ♢ ik moet de luiken nog even voorzette...
M. J. Koenen's (1937)
zette voor, heeft voorgezet; voor iem., iets plaatsen: wat zullen ze ons daar voorzetten, opdissen; zijn horloge voorzetten, vooruitzetten.
Jozef Verschueren (1930)
('vo:r) (zette voor. heeft voorgezet) 1. ervóór zetten. 2. vooruitzetten. → been. 3. vóór het raam zetten : de horretjes -. 4. aanbieden : iets bij de maaltijd -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(zette voor, heeft voorgezet), 1. vooruitzetten: het rechterbeen voorzetten; (fig.) zijn beste beentje voorzetten, zijn uiterste best doen; 2. vóór iets zetten: de luiken voorzetten, voor de ramen zetten; iemand iets voorzetten, te eten aanbieden; 3. (een uurwerk) vooruit zetten; 4. (voetbal) een voorzet doen, vooruitzetten.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: