Wat is de betekenis van Voorzetsel?

Het begrip voorzetsel heeft 2 verschillende betekenissen: 1) woord voor een woordgroep. woord dat voor een woordgroep geplaatst wordt en de relatie tussen die groep en andere woorden in een zin aangeeft. 2) voorvoegsel. woord of element dat ergens voorgezet wordt; voorvoegsel.

voorzetsel - Zelfstandignaamwoord 1. (grammatica) een onverbuigbaar woord dat de aard van de relatie tussen verschillende elementen in de zin aangeeft ♢ De leerlingen begrepen al snel wat het voorzetsel in de zin was. Woordherkomst Afgeleid van voorzetten met het achtervoegsel -sel....

Een voorzetsel (of: prepositie) is een onverbuigbaar woord zoals aan, bij, door, in, naast, om en tussen, dat de aard van de relatie (bijvoorbeeld tijd of ruimte of middel) tussen verschillende elementen in de zin aangeeft: (1) De winkel is open om/na/vanaf tien uur. (2) De computer staat op/onder/naast het bureau. (3) Schilder je met een roller of...

voorzetsel - zelfstandig naamwoord uitspraak: voor-zet-sel 1. woord dat vóór een zelfstandig naamwoord met lidwoord gezet kan worden ♢ 'bij', 'tegen' en 'in' zijn voorzetsels die een plaats aangeven Zelfstandig naamwoord: voor-zet-sel ...

Een woord dat onder andere tijd, plaats, ruimte of oppervlak kan weergeven.

(o.), → prepositie

Een voorzetsel (of: prepositie) is een onverbuigbaar woord zoals aan, bij, door, in, naast, om en tussen, dat de aard van de relatie (bijv. tijd of ruimte of middel) tussen verschillende elementen in de zin aangeeft.

voorzetsel - Onverbuigbare woorden of partikels die bij een zelfstandig naamwoord worden gebruikt, meestal hieraan voorafgaand, en die een relatie tussen dit zelfstandig naamwoord en een ander woord uitdrukken.

prepositie; woord dat in het algemeen vóór het zelfstandig naamwoord staat en de betrekking aangeeft waarin een zelfstandig woord tot een ander woord in de zin staat, b.v. het huis bij de brug; wij gaan naar Parijs.