Wat is de betekenis van vooruitzicht?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vooruitzicht

vooruitzicht - Zelfstandignaamwoord 1. datgene wat men redelijkerwijs te verwachten heeft in de naaste toekomst De economische vooruitzichten zijn een stuk zonniger dan voorheen. Woordherkomst samenstelling van vooruit en zicht Verwante begrippen doorkijk, perspectief, pro...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vooruitzicht

vooruitzicht - zelfstandig naamwoord uitspraak: voor-uit-zicht 1. verwachting van wat er in de toekomst gaat gebeuren ♢ bij het vooruitzicht van gezellige feestdagen werd ze al helemaal blij 1. goede vooruitzichten hebben ...

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vooruitzicht

s.n., foarútsjoch (it), -sicht (it); een goed, slecht —, in goede, minne tatiding; iets in hethebben, eat yn it fet, eat foar hannen hawwe; in het —, yn it foar.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vooruitzicht

I.o. (-en), 1. het zien of de gelegenheid om te zien naar wat nog in de toekomst ligt: het vooruitzicht op iets hebben, iets in het vooruitzicht hebben, het mogen verwachten; iemand iets in het vooruitzicht stellen, het hem beloven ; — dat is geen prettig vooruitzicht, het is niet prettig het bedoelde te moeten verwachten...

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vooruitzicht

o. -en; hoop, verwachting: hij heeft het vooruitzicht, de betrekking te krijgen; het vooruitzicht op betere tijden; mooie, goede vooruitzichten.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vooruitzicht

(vo:r'uit) o. (-en) verwachting, hoop : het hebben een betrekking te krijgen; in het op betere tijden; een verijdelen.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vooruitzicht

o. (-en), 1. verwachting, hoop: iets in het vooruitzicht hebben, het mogen verwachten; iemand iets in het vooruitzicht stellen, de verwachting wekken dat hij het zal ontvangen; dat is geen prettig vooruitzicht, het is niet prettig het bedoelde te moeten verwachten; 2. dat wat voor iemand in de toekomst ligt: gunstige, mooie vooruitzichten; (pregn....

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)