Wat is de betekenis van voortspruiten?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

voortspruiten

voortspruiten - Werkwoord 1. voortkomen, voortvloeien Woordherkomst samenstelling van voort en spruiten Verwante begrippen resulteren, uitkomen, volgen

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Voortspruiten

(sproot voort, is voortgesproten), ontspruiten, opschieten, groeien; — stammen: uit dat geslacht sproten keizers en koningen voort’, — (fig.) voortkomen, ontstaan: daar kan niets dan nadeel uit voortspruiten.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

voortspruiten

sproot voort, is voort gesproten; fig. ontstaan: uit dronkenschap spruit allerlei kwaad voort; uit dat geslacht zijn keizers voortgesproten.

Wil je toegang tot alle 5 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

voortspruiten

('vo:rt) (sproot voort, is voortgesproten) 1. verder spruiten : planten kunnen -. 2. opgroeien. opschieten : het gewas spruit voort. 3. afstammen : uit een adellijk geslacht voortgesproten. 4. voortkomen : daar kan alleen nadeel uit -.