Wat is de betekenis van VOORTPLANTEN?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

voortplanten

voortplanten - Werkwoord 1. (refl) (biologie) zich ~ een nieuwe generatie voorbrengen Olifanten planten zich maar langzaam voort. 2. (refl) zich ~ (van een golf) door een medium voortbewegen Geluid plant zich sneller voort do...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

voortplanten

voortplanten - regelmatig werkwoord uitspraak: voort-plan-ten 1. ervoor zorgen dat het overal gebracht wordt ♢ over het water planten geluiden zich gemakkelijk voort 2. zich vermenigvuldigen, voor nageslacht zorgen ...

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Voortplanten

(plantte voort, heeft voortgeplant) 1.verder planten: plant maar voort, 2. door planten vermeerderen, voorttelen : de wijnstok door afleggers voortplanten ; — zijn geslacht voortplanten, kinderen vóórtbrengen ; — op volgende geslachten overbrengen: een ziekte in zijn familie voortplanten ; 3....

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

voortplanten

plantte voort, heeft voortgeplant: 1. vermeerderen: het menselijk geslacht heeft zich voortgeplant, vermenigvuldigd; 2. verbreiden, verspreiden: het geloof voortplanten, verbreiden; refl. een geluid kan zich voortplanten, verspreiden.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

voortplanten

('vo:rt) (plantte voort, heeft voortgeplant) 1. verder planten. 2. plantend vermeerderen. 3. uitbreiden : zijn geslacht door kinderen voort te brengen. 4. verspreiden : het geloof, liefde voor kunst en wetenschap, meningen -; een geluid kan zich -.

2024-04-25
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Voortplanten

mens: Werkwoord: voortplanten, vermenigvuldigen, reproduceren, voortbrengen, bij een vrouw komen, een vrouw bekennen (beslapen, bevruchten, bezwangeren), bijslapen, cohabiteren, kinderen telen, voorttelen, procreëren, genereren, ontvangen, een kind onder het hart dragen, in gezegende staat (omstandigheden) verkeren, in blijde ve...

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Voortplanten

(plantte voort, heeft voortgeplant), 1. vermeerderen, voorttelen: zijn geslacht voortplanten, kinderen voortbrengen; 2. verder verspreiden (gevoelens, meningen, haat, liefde, het geloof, kunsten en wetenschappen); 3. zich voortplanten, zich vermenigvuldigen; verbreiden: het geluid plant zich voort.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)