Voorste
zie VOORST.
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Wiktionary (2019)
voorste - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van voorst
Walter De Clerck (1981)
M. betr. t. kleren: voorpand; frontje (van een hemd e.d.); vooral in de verb. in het voorste, veelal weer te geven met: midden voor, aan de voorkant enz. Bedrukte jurk met verfijnde halsuitsnijding en pofmouwen. Fijne knoopsluiting in het voorste, Vrouw en Wereld febr. 1974, p. 40. Een schotse ruitjesstof voor dit model met ritssluit...
M. J. Koenen's (1937)
1. bn.; meest-vooruitstaande: de voorste wagon; de voorste vinger; 2. zn. m. en v.: Haantje de voorste, de belhamel.
J.H. van Dale (1898)
VOORSTE - bn. het meest vooruit, vooraan : in het voorste huis wonen; op de voorste bank zitten; de voorste vinger, de wijsvinger; — ,o, voorste deel; - — m. en v. (-n), de eerste, die het meest vooruit is; altijd Haantje (Pietje) de voorste, overal de eerste.
I.M. Calisch (1864)
Voorste, o. gmv. voorste deel. *-, m. en v. (-n), de eerste, die het meest vooruit is; altijd Haantje de -, overal het eerst.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: