voorop
...
Wiktionary (2019)
voorop - Bijwoord 1. in een rij of groep als eerste in de bewegingsrichting. 2. aan de voorkant bovenop: Jan zat voorop op de tandem. 3. (figuurlijk) als één der eersten: Het bedrijf loopt voorop bij het gebruik van nieuwe technologieën.
Muiswerk Educatief (2017)
voorop - bijwoord uitspraak: voor-op 1. aan de voorkant ♢ voorop staat een grote advertentie 2. wat het eerste komt ♢ voorop liep de burgemeester Bijwoord: voor-op
J. van Donselaar (1936)
1. (bw.; ook:) in/op het voorste gedeelte van een dorp, terrein, erf, lokaal enz. Toen hij nog in het grote huis voorop woonde, kwam André vaak op bezoek (Mungroo 1977: 22). 2. (zn.; de, -pen), voorste deel van erf (1, 2, 4). Luister, hoeveel is die breedte van voorop? (Cairo 1978b: 27). - Etym.: Vermoedelijk is bet. 2 voortgekomen uit bet....
Van Dale Uitgevers (1950)
bw., 1. aan de voorzijde op iets: hij staat voorop ; 2. aan het hoofd, het eerst komend: voorop de tamboer-majoor; 3. (fig.) in de eerste plaats ; als eerste. Met enige werkw. van beweging vormt het scheidbare samenstellingen ; voor de vervoeging er van zie men de enkelvoudige werkw. Voorop'gaan, aan het hoofd gaan; ...
M. J. Koenen's (1937)
1. bw.; aan de voorzijde van iets: op het trambalkon stond hij voorop; de knaap sprong er voor' op, b.v. op een kar; 2. voorop', bw.; aan de voorzij, vooraf: voorop vormt met w.w. scheidb. samenst., de leden der onbep. wijs (behalve met te) en van het volt. deelw. worden aaneengeschreven: voorop'gaan, voorop'rijden, b.v. om voor...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: