voorkomen
(1950) (inf.) borsten, boezem: 'voorkomen hebben.' • Ze slait al der jurreke onder der arreme. Ze heb ook zoo’n voorkomme. Aigelek zou ze-n-es een goed kesjet (korset) motte hebbe, (L.G. de Graaf, ca. 1950). • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • Vóórkommen, znw. ’t. Ook: busten. | Ze het puur...