voorgoed
voorgoed - Bijwoord 1. op permanente basis, niet meer aan verandering onderhevig ♢ In 1453 kwam er voorgoed een einde aan het Byzantijnse Rijk.
Wiktionary (2019)
voorgoed - Bijwoord 1. op permanente basis, niet meer aan verandering onderhevig ♢ In 1453 kwam er voorgoed een einde aan het Byzantijnse Rijk.
Muiswerk Educatief (2017)
voorgoed - bijwoord uitspraak: voor-goed 1. voor altijd ♢ hij gaat voorgoed terug naar zijn land Bijwoord: voor-goed Tegenstellingen tijdelijk
Direct toegang tot alle 8 resultaten over voorgoed?
Van Dale Uitgevers (1950)
bw., voor altijd, definitief: dat is nu voorgoed uit, voorbij; zij gaat nu voorgoed weg, om niet meer terug te komen ; — onveranderlijk, definitief: de tekst is nu voorgoed vastgesteld.
J.H. van Dale (1898)
VOORGOED - bw. voor altijd : dat is nu voorgoed uit; bepaald, beslist: ik heb voorgoed geweigerd; iem. voorgoed de waarheid zeggen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel lid van Ensie en geniet van alle voordelen: