Wat is de betekenis van voordelig?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

voordelig

voordelig - Bijvoeglijk naamwoord 1. een voordeel gevend, met name geldelijk Deze uitverkoop maakte de aankoop een stuk voordeliger. Woordherkomst Afgeleid van voordeel met het achtervoegsel -ig Antoniemen nadelig

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

voordelig

voordelig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: voor-de-lig 1. wat weinig geld kost ♢ dit wasmiddel is erg voordelig 2. waar je voordeel van hebt ♢ ik heb een voordelige ruil gesloten ...

2024-04-25
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

voordelig

Goedkoop; een woord dat tegenwoordig wat ordinair en armoedig klinkt. Het is niks om trots op te zijn, een beetje beneden onze stand. In plaats van toe te geven dat een kledingstuk tweedehands is gekocht, zal een jongere het eerder voordelig noemen. Kijk ook onder budget* en occasion*. Die bevoorrechte status levert haar twee kekke spijkerbroeken e...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

voordelig

winsgewend, nuttig.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Voordelig

adj. & adv., foard(i)elich, streksum; eenzaakje, in bêste melkkou, in bêste melke hin; zich op het -st voordoen, de moaiste bôllen, wiggen foar it finster, rút lizze, op it buordtsje lizze, de moaiste apels yn it finsterbank lizze.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Voordelig

bn. bw. (-er, -st), 1. waarvan men voordeel heeft, winstgevend : een voordelige zaak ; op voordelige voorwaarden ; voordelig kopen, goedkoop ; — een voordelig saldo, overschot, bedrag waarmee de creditzijde van een rekening de debetzijde overtreft; 2. gunstig : een voordelige wind ; — zó dat de goede...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

voordelig

bn., bw. (winstgevend; gunstig; zuinig): een voordelige handel; een voordelige wind, gunstig; iets voordelig kopen, goedkoop; dat is voordeliger in het gebruik; op zijn voordeligst; hij kwam niet op zijn voordeligst uit (of: toonde zich niet), op zijn best.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

voordelig

(vo:r'de:ləch) bn. en bw. (-er, -st) 1. voordeel opleverend, winstgevend : een -e koop; kopen, goedkoop. Syn. →: batig. 2. gunstig : -e voorwaarden; een -e wind. 3. goed : er uitzien; veel slapen is voor de gezondheid van de kinderen.