Wat is de betekenis van vooraf?

2025-11-13
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vooraf

bw., van te voren, vóór iets anders, eerst: je moet vooraf goed overleggen wat je doen gaat; dat had je vooraf moeten zeggen ; vooraf moet gezegd worden, allereerst.

2025-11-13
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vooraf

vooraf - Bijwoord 1. in de tijd vóór het genoemde We hadden vooraf een kopje soep genuttigd. Woordherkomst samenstelling van voor en af Antoniemen achteraf Verwante begrippen a priori

2025-11-13
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vooraf

vooraf - bijwoord uitspraak: voor-af of voor-af 1. voor iets anders, van tevoren ♢ we eten soep vooraf 1. het voorafje [het voorgerecht] Bijwoord: voor-af of voor-...

2025-11-13
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

vooraf

vooruit, voor die tyd, tevore.

2025-11-13
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Vooraf

is de niet door wijken doorsneden strook land, die men plaatselijk in de Veenkoloniën langs het hoofdkanaal aantreft. De v., ter breedte van 100 m, geeft gelegenheid voor de aanleg van de hoofdweg en voor dorpsbouw, zonder dat, zoals in andere veenkoloniale verkavelingen het geval is, telkens wijken moeten worden gekruist. Men spreekt van een...

2025-11-13
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vooraf

adv., foarôf, foarút, foartiid, fan to foaren.

2025-11-13
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vooraf

bw. (vóór iets, dat gaat volgen; van te voren): ik heb het je vooraf doen weten; hij heeft dat vooraf bedongen.

2025-11-13
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vooraf

(vo:r'af) bw.van te voren, eerst: dient gezegd dat… Tgst. →: achteraf.

2025-11-13
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vooraf

bw., van tevoren, vóór iets anders, eerst: je moet vooraf goed overleggen wat je doen gaat.

2025-11-13
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VOORAF

VOORAF - bw. in de eerste plaats.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-11-13
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Vooraf

Vooraf, bijw. alvorens, in de eerste plaats. *-BESTAAN, ow. onr. (ik bestond vooraf, heb vooraf bestaan), vroeger bestaan dan. *-GAAN, ow. onr. (ik ging vooraf, ben voorafgegaan). -DE, bn. en dw. vorig, vroeger komende; de - (voorloopige) bepalingen, premissen, preliminariën. *-LIGTEN, bw. gel. (ik ligtte vooraf, heb voorafgeligt), vroeger...