Voor geen klein gerucht(je) vervaard zijn
zich geen vrees laten aanjagen door een kleinigheid, onversaagd zijn. Oorspronkelijk schijnt deze uitdr. te zijn gezegd met betr. tot een paard; gerucht moet dan worden opgevat in de zin van klank, geschetter der trompet, krijgsrumoer. Vgl. de Fr. zegswijze eet homme est bon cheval de trompette, il ne s’étonne pas du bruit. Vgl. de pra...